Titus

titus1Titus 3:4-7

Maar toen zijn de goedheid en mensenliefde van God, onze redder, openbaar geworden en heeft hij ons gered, niet vanwege onze rechtvaardige daden, maar uit barmhartigheid. Hij heeft ons gered door het bad van de wedergeboorte en de vernieuwende kracht van de heilige Geest, die hij door Jezus Christus, onze redder, rijkelijk over ons heeft uitgegoten. Zo zijn wij door zijn genade als rechtvaardigen aangenomen en krijgen we deel aan het eeuwige leven waarop we hopen.

We zijn met elkaar op weg naar Pasen. In de diensten lezen we over de bevrijding van de Israëlieten uit Egypte. De doortocht door de Schelfzee werd door hen beleefd als de verlossing bij uitstek. Daar hield het niet op, God trok met zijn volk mee de woestijn in. Gaf hen in de vorm van een wolk of een vuurkolom de richting aan, waar zij heen moesten.
Ons geloof begint met een ontmoeting met God, in Jezus Christus. Om vrij te worden moeten wij ook door water gaan, het bad van wedergeboorte waar Titus over spreekt. Toentertijd was het gebruikelijk om de tijd voor je bekering aan te duiden met slavernij. Geraakt worden door de Heilige Geest is een erva­ring van bevrijding. Het bad der wedergeboorte is de doop, een  teken dat een mens zich innerlijk en uiterlijk vernieuwd voelt. Titus waarschuwt, dit gebeurt je niet op grond van je verdiensten. Dus wij mogen nooit op ons geloof laten voor­staan. Het kernbegrip barmhartigheid van God, die bepaald onze houding tegenover onze medemensen. Door onze medemensen net zo te behandelen als God met ons doet, trachten we God zichtbaar te maken in deze wereld.
Ondanks het feit dat God lang niet altijd zichtbaar is voor ons, wij willen toch dat be­vrijdingsfeest, Pasen, vieren. Want geloven is hoop hebben dat het anders kan; geloven is een werkwoord, het sluit altijd een ander in.

Wij hoeven niet allemaal op dezelfde manier te verwoorden hoe te geloven, laten we elkaar vooral niet verketteren of buiten de kerk plaatsen vanwege ongeloof. Kunnen we elkaar aanvaarden zoals wij zijn? Herkennen we bij de ander de bevrijding, de vernieuwing?
Hoe geven we dat gestalte in het dagelijks leven? Nu we niet begeleid worden door een wolk of een vuurkolom wil dat toch niet zeggen dat wij ons niet door God of geloof geleid voelen. De geest staat ons bij en we kunnen bij elkaar steun zoeken. Samen maken wij ons sterk voor Gods toekomst. Ik wens u inspirerende Paasdagen toe.